Beschermde natuurwaarden kunnen een complexe factor zijn in ruimtelijke ontwikkeling of onderhoud van vastgoed. In de Omgevingswet wordt gevraagd om een gedegen onderzoek naar beschermde planten en dieren bij veel ontwikkelingen, zoals sloop en bouwwerkzaamheden, renovatie en zelfs sommige onderhoudswerkzaamheden. Hieronder volgen de verschillende stappen die nodig kunnen zijn om te werken binnen de wettelijke kaders. Het is ook mogelijk dat slechts één of een deel van de stappen in het proces nodig zijn. Daarom kunt u ook iedere stap afzonderlijk door Bureau Stadsnatuur laten verzorgen.
1. Wanneer ecologisch vooronderzoek?
Een ecologisch vooronderzoek, ook wel quick scan genoemd, kan in principe op elk moment in het jaar worden uitgevoerd. Het verkennende onderzoek richt zich op alle beschermde soorten en beschermde gebieden van de Wet natuurbescherming. Middels een bureaustudie en veldbezoek wordt gekeken naar potenties voor beschermde soorten en effecten op beschermde gebieden. Zo wordt snel duidelijk of er een aanvullende onderzoek uitgevoerd moet worden of niet. Laat een quick scan vroeg in het planproces uitvoeren. Zo is onnodige vertraging in het project te voorkomen. Natuuronderzoek kost tijd.
2. Aanvullend soortenonderzoek
Blijkt uit de quick scan dat de aanwezigheid van een beschermde plant of dier niet kan worden uitgesloten? Dan is vervolgonderzoek naar die specifieke soort(en) noodzakelijk. Voor veel beschermde soorten zoals vogels en vleermuizen is een aanvullend onderzoek vereist, in een specifieke periode van het jaar.
Wanneer een effect op een beschermd natuurgebied te verwachten is dan kan vervolgonderzoek ook nodig zijn. Het type onderzoek is afhankelijk van welk effect gaat optreden en op welk type natuurgebied (Natura 2000 of Natuurnetwerk Nederland).
3. Vergunningaanvraag
Zijn er beschermde soorten in een plangebied aangetroffen? Worden deze negatief beïnvloed door de geplande werkzaamheden? Dan moet een vergunning voor flora en fauna activiteiten in het kader van de Omgevingswet aangevraagd worden. Dat gebeurt meestal bij de provincie of een omgevingsdienst. Bureau Stadsnatuur stelt een activiteitenplan op. In dit document beschrijven we het plan, de effecten op beschermde soorten en de maatregelen die genomen moeten worden om schade aan deze soorten te voorkomen of compenseren. Ook een onderbouwing en belangenafweging van de activiteit hoort bij het activiteitenplan.
Voor sommige initiatiefnemers is een gedragscode of generieke ontheffing beschikbaar zodat er niet voor elke activiteit een ontheffing moet worden aangevraagd. Voorbeelden zijn waterwinbedrijven (VEWIN), woningcorporaties (Aedes), gemeenten (Stadswerk) en activiteiten in het Rotterdamse havengebied (Havenbedrijf Rotterdam). Ook met gebruik van deze gedragscodes is gedegen onderzoek nodig. Bureau Stadsnatuur kan u adviseren of werken volgens een gedragscode mogelijk is.
Wil je een offerte aanvragen? Neem contact met ons op. Vermeld voor een offerteaanvraag in het kader van een natuuronderzoek/quick scan in ieder geval om welke projectlocatie het gaat en geef een omschrijving van het initiatief.